ARBEIDSMATIGE ACTIVITEITEN IN DE SOCIALE ECONOMIE (AMA WSE)
NIEUWE REGELGEVING VANAF 1 APRIL 2021
De drie subsidievormen van arbeidszorg in de sociale economie worden vanaf 1 april 2021 geïntegreerd in één regelgevend kader voor arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie.
Binnen de bevoegdheid sociale economie bestonden drie vormen van arbeidszorg, elk met hun eigen subsidiëring en voorwaarden naar invulling. Met de nieuwe regelgeving komen we nu tot één regelgevend kader voor de begeleiding van arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie, gericht op stappen zetten naar betaalde arbeid.
De nieuwe regelgeving AMA WSE zit vervat in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het decreet inzake sociale werkplaatsen en het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 25 april 2014 houdende de werk- en zorgtrajecten, wat betreft de activeringstrajecten en de arbeidsmatige activiteiten.
Wat?
Arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie gaan over:
- tijdelijk onbetaalde activiteiten,
- gericht op het aanbieden van de latente functies van arbeid,
- met een duidelijke focus op het zetten van stappen naar betaalde arbeid.
Wie? - Maatwerkbedrijven en hun partners
De volgende organisaties kunnen een aanvraag indienen voor de toekenning van een contingent van arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie:
MAATWERKBEDRIJVEN, als ze aan al de volgende voorwaarden voldoen:
a) ze hebben hun werking op het grondgebied van het Vlaamse Gewest;
b) ze hebben een of meer werknemers in dienst die instaan voor de begeleiding van arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie, en die voldoen aan één van de volgende voorwaarden: minimaal een sociaal, psychologisch of pedagogisch diploma op bachelor-niveau; of een relevante titel van beroepsbekwaamheid als vermeld in artikel 4, §1, van het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid; of minimaal twee jaar aantoonbare relevante ervaring op het vlak van het begeleiden van de doelgroep;
c) ze beschikken over een kwaliteitsregistratie conform artikel 4 van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie.
Maatwerkbedrijven beschikken over een laagdrempelig en gevarieerd aanbod aan werkvloeren. Daarnaast hebben zij een netwerk om deelnemers te laten genieten van de latente functies van arbeid, zoals sociaal contact, zingeving, structuur,… Tenslotte hebben ze ook de expertise om competenties in personen te detecteren en te versterken. Via de sociale dienst van de maatwerkbedrijven kan, indien nodig, de brug naar hulpverlening en zorg gemaakt worden.
SAMENWERKINGSVERBANDEN tussen een of meer maatwerkbedrijven onderling of tussen een of meer maatwerkbedrijven met een of meer van de volgende organisaties:
a) een centrum voor algemeen welzijnswerk;
b) een dienst maatschappelijk werk van het ziekenfonds, erkend conform het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019;
c) een centrum voor geestelijke gezondheidszorg;
d) een initiatief voor beschut wonen;
e) een psychiatrisch ziekenhuis;
f) een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis;
g) een welzijns- en zorgvoorziening die erkend of vergund is door het VAPH of het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;
h) een aantal revalidatievoorzieningen;
i) een OCMW;
j) een organisatie die voldoende ervaring kan aantonen met het begeleiden van de doelgroep, vermeld in artikel 49/1, eerste lid, van het besluit, na gunstige beoordeling door het Departement Werk en Sociale Economie.
Het maatwerkbedrijf stuurt het samenwerkingsverband aan en staat in voor de kwaliteit van de begeleiding door de partners, het verdelen van de financiering en het aanleveren van de bewijsstukken aan het departement.
De organisaties die als partner in het samenwerkingsverband fungeren, nemen de begeleidingstaken op zich en hebben hiervoor, net zoals de maatwerkbedrijven, een of meer gekwalificeerde begeleiders in dienst.
Het maatwerkbedrijf en de organisaties/partners die werken in het samenwerkingsverband, hebben de volgende verplichtingen:
1° voor de start van de arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie sluiten ze de noodzakelijke verzekeringen af die de deelnemer beschermen tegen lichamelijke ongevallen op de werkpost, inclusief de verplaatsingen naar en van de werkpost, en tegen burgerlijke aansprakelijkheid;
2° bij de start van de arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie sluiten ze een begeleidingsovereenkomst af met de deelnemer en de verantwoordelijke van de werkpost.
Die overeenkomst, die geen arbeidsovereenkomst is, bevat de volgende gegevens:
a) de tijdsbesteding van de arbeidszorgmedewerker;
b) de frequentie, aard en de omvang van de activiteiten;
c) de plaats waar de activiteiten plaatsvinden;
d) de regelingen over de verzekeringen, werkkledij, veiligheidsinstructies en hygiëne;
e) de voorwaarden van de begeleiding;
f) de wijze van beëindiging van de begeleidingsovereenkomst.
Wie? - Deelnemers
De doelgroep van deze trajecten zijn personen die omwille van medische, mentale, psychische, psychiatrische en/of sociale problematieken niet betaald aan de slag kunnen, maar wel in staat zijn om minimaal 12u in de week deel te nemen aan arbeidsmatige activiteiten. Zij kunnen dit aantal uren gradueel opbouwen en hierbij drempels afbouwen om zo stappen naar betaald werk te zetten.
VDAB bepaalt als arbeidsmarktregisseur voor alle personen, ongeacht hun statuut, de toegang tot de arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie. Zij maakt minstens jaarlijks de inschatting of de persoon nog aan de voorwaarden van deelname beantwoordt en al dan niet naar betaalde tewerkstelling kan doorstromen.
VDAB kan de volgende categorieën van personen toeleiden naar arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie:
1° niet-werkende werkzoekenden als vermeld in artikel 1, eerste lid, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding;
2° personen met een leefloon die de toelating van het OCMW hebben om deel te nemen aan arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie;
3° personen die als arbeidsongeschikt erkend zijn in de zin van de uitkeringsverzekering voor werknemers of de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen en meewerkende echtgenoten en die de toelating van de adviserende arts van het ziekenfonds hebben gekregen om arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie te verrichten;
4° personen die een inkomensvervangende tegemoetkoming of integratietegemoetkoming ontvangen.
Premies
Aan het maatwerkbedrijf wordt binnen het toegekend contingent arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie een subsidie toegekend van maximaal 2.650 euro per begeleide deelnemer per kalenderjaar.
Het bedrag wordt berekend a rato het aantal dagen van het jaar dat de begeleidingsovereenkomst loopt.
Wetgevend kader
- het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het decreet inzake sociale werkplaatsen
- het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 25 april 2014 houdende de werk- en zorgtrajecten, wat betreft de activeringstrajecten en de arbeidsmatige activiteiten.
Je kan de volledige (gecoördineerde) tekst van het besluit vinden in de Vlaamse Codex.