Jaarrapport sociale economie 2019

5 oktober 2020 - Jaarrapport sociale economie 2019 biedt voor het eerst inzicht in de doorstroom vanuit de sociale economie

Door een samenwerking met de VDAB kon voor het eerst een doorstroomanalyse opgenomen worden in het jaarrapport sociale economie van het Departement Werk en Sociale Economie. Het rapport kijkt dus naar waar mensen zich bevinden nadat ze uit de sociale economie stromen. Het jaarrapport sociale economie 2019 is ook het eerste rapport sinds de invoering van het nieuwe decreet ‘Maatwerk bij collectieve inschakeling’ waar we niet meer het onderscheid maken tussen beschutte en sociale werkplaatsen, maar enkel nog spreken over maatwerkbedrijven en maatwerkafdelingen.

Meer dan 28.000 doelgroepwerknemers aan de slag in sociale economie bedrijven

In 2019 waren er 28 741 gesubsidieerde doelgroepwerknemers tewerkgesteld in het Vlaams Gewest, verdeeld over 156 maatwerkbedrijven, 178 bedrijven in de lokale diensteneconomie en 80 bedrijven in de arbeidszorg. Deze cijfers geven een stijging weer in het aantal doelgroepwerknemers ten opzichte van 2018. De werkvorm met het meeste doelgroepwerknemers is het collectief maatwerk. Het grootste aandeel van de sociale economie-bedrijven is gevestigd in Antwerpen, West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen.

De sociale economie blijft kansen bieden voor kwetsbare groepen

Binnen de sociale economie als geheel zijn mannen oververtegenwoordigd en is het grootste aandeel van de doelgroepwerknemers kortgeschoold en langdurig werkzoekend. Ook personen met een arbeidshandicap en personen met een migratieachtergrond zijn oververtegenwoordigd in vergelijking met de algemeen werkende bevolking. Binnen collectief maatwerk en de lokale diensteneconomie is meer dan een vijfde van de doelgroepwerknemers ouder dan 55 jaar en vinden we het kleinste aandeel jongeren terug. Bij activerende arbeidszorg zien we het omgekeerde patroon. In de lokale diensteneconomie is het kleinste aandeel personen met een arbeidshandicap te vinden, maar het grootste aandeel aan personen met een migratieachtergrond en personen met weinig kennis van het Nederlands.

Doorstroom en uitstroom vanuit de sociale economie

Een doelstelling van de sociale economie is het laten doorstromen van doelgroepwerknemers naar de reguliere economie of naar een andere maatregel binnen de sociale economie. In 2019, bevonden 793 personen die doorstroomden uit de lokale diensteneconomie en het collectief maatwerk zich 3 maanden na uitstroom in een job in het normaal economisch circuit. Dat is 42% van de totale groep die uitstroomde. Het grootste aandeel van de doelgroepwerknemers die in 2019 gestopt is in de sociale economie, is drie maanden na doorstroom nog steeds werkloos en bij arbeidszorg gaat dit zelfs over de helft van de doorstromers. Bij arbeidszorg wordt er ook wel doorgestroomd naar de lokale diensteneconomie en het collectief maatwerk. Binnen arbeidszorg zien we bij de activerende vorm opvallend meer doorstroom naar collectief maatwerk en minder doorstroom naar beroepsinactiviteit dan bij structurele- en experimentele arbeidszorg.

Positief is dat de tewerkstelling in het normaal economisch circuit wel - duurzaam is: 73% van het aandeel doelgroepwerknemers die zich 3 maanden na doorstroom in de reguliere economie bevindt, is na 12 maanden nog steeds actief in de reguliere economie.  Het profiel van de doelgroepwerknemers die doorstromen naar de reguliere economie verschilt van het profiel van de totale populatie doelgroepwerknemers. Deze doorstromers bevatten minder vrouwen, 55-plussers en langdurig werkzoekenden in vergelijking met de totale populatie doelgroepwerknemers.

Jaarrapport SE 2019(732.1 KB)Grafiek Jaarrapport SE 2019(163.08 KB)